zondag 11 oktober 2009

Nooit alles maar van alles wat

Pas is onderstaand tekstje van mij afgedrukt in een blaadje voor oud-afgestuurden van de Universiteit van Amsterdam, dat als thema 'film' had (en waarmee ik dus gevraagd was een koppeling te leggen). Geeft misschien voor anderen ook een aardig inkijkje in hoe ik nu in mijn werk sta. Reacties of vragen zijn welkom natuurlijk.



Nooit alles maar van alles wat
Marijn Bos, als planoloog afgestudeerd in 2006

Wat kan een planoloog?
Een beetje bedrogen, zo heeft het gevoeld. Gelokt met prachtige schetsen en ontwerpen die suggereerden dat je de wereld vorm mocht gaan geven, bleek planologie vooral een lees- en schrijfvak. Planologen kunnen niet tekenen. Maar ze blinken evenmin uit in de vele andere disciplines waar ze in het dagelijkse werk mee te maken hebben. Wat kunnen ze dan wel?

Het klinkt misschien bizar, maar dat was wel de vraag die mij restte toen ik de bul in ontvangst genomen had. Wat heb ik geleerd? Om daar achter te komen moest ik me kunnen spiegelen aan de maatschappij out there. Werkervaring gevraagd.
Al vanaf het begin heb ik me verbaasd over de sectorale verkokering van veel organisaties. De verzuiling van de 21e eeuw scheidt het geloof in groen, rood, blauw, geld, bewegen enzovoort. Maar met een kleine ruimte als Nederland kom je elkaar altijd tegen. Het spel draait dus om samenwerking, het koppelen van belangen.
Hoewel dit iets anders is dan het uittekenen van Utopia, intrigeerde dit aspect me ook enorm. Zo deed ik voor een stageopdracht onderzoek naar de koppeling van woningbouwlocaties aan de ontwikkeling van een nieuwe light-rail verbinding. En vanuit het toenmalige Ruimtelijke Planbureau schreef ik mijn afstudeerscriptie over de rol van private partijen in gebiedsontwikkeling voor de realisatie van regionaal recreatief groen.

Een baan bij het ministerie van VROM
Een vacature bij het Ministerie van VROM binnen de strategische directie voor ruimte sloot mooi aan op dit laatste thema. Per december 2006 kon ik aan de slag.
De afgelopen twee-en-een-half jaar boden me de gevraagde spiegel. Ruimtelijke ordening onderscheidt zich van andere ruimte-departementen door sectorbelangen te overstijgen. En de planoloog blinkt uit door van alles een beetje te weten.
Ik werk nu anderhalf jaar binnen VROM voor de programmadirectie Mooi Nederland, een prioriteit van minister Cramer en de belangrijkste op het gebied van ruimte. De opdracht is om de verrommeling van het landschap een halt toe te roepen. De functie van projectsecretaris is een leerzame gebleken, doordat je meedraait in veel overleggen, alle aspecten van projectmanagement in een bestuurlijke omgeving voorbij ziet komen en leert omgaan met grote hoeveelheden informatie die voorbij komt. Daarnaast trek ik ook inhoudelijk een project.

Generalist met passie
Terugblikkend bleek planologie aan de UvA een prima keuze te zijn geweest en een manier om aan verschillende disciplines te mogen snuffelen. Nu blijkt dat, hoewel ik de studie startte met de gedachte een specialist te worden, me tot een generalist neig te ontwikkelen. Maar altijd met passie voor de inhoud. Het thema landschap bleek een goed voorbeeld, want landschap raakt alles en iedereen. Je bent er onderdeel van en gebruikt het zelf, of je nu wilt of niet. Zelf geniet ik graag van de waardevolle landschappen die Nederland rijk is.
Mooi Nederland legt de focus op de betekenis van het groene buitengebied voor het stedelijke leven en het behoeden van onze klassieke polderlandschappen tegen de oprukkende bedrijventerreinen. Graag draag ik bij aan een nationale herwaardering van ons landschappelijk cultuurgoed. Het waren de Hollandse meesters die met hun werken internationale bekendheid gaven aan onze polders en molens. Waren hun schilderijen niet de films van weleer? Wellicht kan de moderne filmwereld de handschoen oppakken en een impuls geven aan genoemde herwaardering. De oude meesters gingen ons voor. Welke regisseur treedt in de voetsporen van Ruysdael?